Bij een bepaalde hoeveelheid leefgebied per individu gaat
alles prima. Ik ga niet bepalen hoeveel want dat zou te wetenschappelijk worden
en je weet dat ik niet vanuit enige wetenschap schrijf ten hoogste uit
naïviteit.
Tenslotte is de hoeveel ruimte per individu situatie
afhankelijk. Op een feestje accepteer je wat minder: zo’n beetje net tot aan je eigen cirkel van
veilig voelen. Probeer maar eens uit. Ik herinner me een oud vriendje die daar
altijd eerst instapte alvorens mij te vertellen wat ik waarover moest vinden.
Gek hè? Zijn mening nam ik nooit over, hoe plausibel ook.
Op vakantie accepteren we tijdelijk ook andere grenzen zoals
een postzegel op een populaire camping zodat je je bewust wordt van de intieme
perikelen van de buren en vise versa. Of in een propvol -dus populair dus goed*-
restaurant waar we rug aan rug met een copuleuze madam kunnen zitten alsof het
niet uitmaakt dat je het servet er niet meer tussen kunt krijgen.
Op de snelweg weer een andere vorm van overbevolkingperikelen.
Wanneer het een beetje druk wordt maakt het sommigen niet uit om op één meter
afstand van je achterbumper door te blijven rijden terwijl ik me bijvoorbeeld
bijzonder erger aan hen die in de veilige ruimte tussen mij en mijn voorganger
een lekker plekje zien om te gaan rijden. Dan borrelt er iets chemisch in de
hersenpan op.
Maar wanneer je de broodnodige afstand niet meer kunt nemen
is het erger. Tussen vertrekkende fans na een voetbal wedstrijd. In de
uitverkoop (de grootste winstpakker van het MKB maar dat leg ik nog wel eens
uit). Op de middelste stoel van drie in de wachtkamer van de specialist voor de
wat intiemere probleempjes. Tussen twee Tena-ladies fantaseer ik dan. In je eigen tuin waar je, hoe hoog de heg ook
is, altijd het gevoel hebt bekeken te worden. In je eigen familie waar, hoe
groot de afstand ook is of wordt, er altijd wel één in je nek hijgt en iets van
je wilt. De cyberwereld maakt afstanden irreëel, waardoor eenieder zich aan je
op mag dringen waarna je de cirkel noodgedwongen weer moet beperken (openbaar,
vrienden van vrienden, alleen vrienden, alleen jij) of betreffende persoon moet
blokkeren. Blokkeren? In de cyberwereld dan toch, hij of zij kan zomaar aan de
voordeur staan of in de stad of kroeg opduiken.
Overbevolking heeft ook als eigenschap dat de hoeveelheid
rommel per vierkante of kubieke eenheid toeneemt. Voor bepaalde zaken zie je
dat gewoon en voor andere zaken sluipt het erin.
De zichtbare zaken zijn de weggegooide fris of bierblikjes
in het plantsoen die zichtbaar worden wanneer de bladeren vallen bijvoorbeeld maar de onzichtbaar blijvende zaken zijn de
kwaliteit van onze ingeademde lucht. Fijnstof, gassen en dampen afkomstig van bijvoorbeeld
lijmen. Een nieuwe auto ruikt toch altijd zo lekker? Nou eigenlijk puur gif
dus. Maar wanneer je het niet ruikt is het dan niet gevaarlijk? Ik weet dat
niet maar ik weet wel dat bij meer mensen per eenheid er ook meer van dit soort
zaken gaan spelen in lucht en water, in hoofd en hart.
Is er een oplossing? Op het eerste gezicht zou je zeggen: ga
dan maar in minder bevolkte gebieden wonen. Voor die eenling is dat wel te doen
maar die gebieden zijn niet voor niets minder bevolkt. Je moet er ook kunnen
leven. Boodschappen doen kan niet virtueel. Ja, het bestellen wel maar de
spullen moeten naar je toe. En jij moet naar je werk op een halve dag reizen
afstand.
Dus niet zo gemakkelijk die oplossing. Ook de gebieden met
wel veel potentie zijn al aan het vol raken dus daarheen verhuizen is uitstel
van executie. En wat te denken van de Dubai achtige oplossingen?
Stedenbouwers denken daarbij eerder verticaal dan
horizontaal. Verticaal is er , nog bijna, onbeperkt ruimte.
Maar is dat wel op te brengen? Juist in de dichtstbevolkte
gebieden neemt de groei -van de toekomstige geld generatoren cq. belastingbetalers-
af waardoor investeerders wel twee keer nadenken alvorens in zo’n verticale stad
te gaan.
Stevenen we dan op een soort biologische oplossing af? Zoals
meelwormen elkaar gaan verorberen wanneer het meel in het bakje op is,
verpoppen maar niet weg kunnen vliegen, dus einde oefening? Wij doen dat ontwikkeld en noemen het
defensie. Het eindresultaat is hetzelfde.
Maar nog niet in 2013 hoor.
Je bent een doemdenker. De mens heeft altijd oplossingen
gevonden. Toch?
De beste wensen voor nu!
* cynisch