Daar zitten we dan met z’n allen. Het huis versierd, van ’n
klein kaarsje tot volledig opgedirkte huizen en straten. We eten allemaal
tenminste één keer zo gezamenlijk mogelijk een maaltijd. Uitbundig, arm of rijk.
Alleenstaand. Werkeloos. Of volledig middenin het leven met gezin, familie en
collega’s. In arme of rijke landen. Allemaal streven we naar dat kerstmoment.
Toegegeven, er zullen echt wel uitzonderingen zijn maar minder als gedacht.
Veel uitzonderingen zijn gewoon mopperpotten die eigenlijk anders zouden
willen.
Goed, met kerstmis allemaal in het gelid dus. Een beetje
teveel soms in het gelid van de commercie maar daar ga ik het nu niet over hebben,
het is tenslotte kerstmis.
(En wanneer jullie willen betalen voor een goed gevoel
moeten jullie dat zelf weten maar elke dag van het jaar ga je dit niveau niet
volhouden hè?)
Het gaat dus niet om het gelid maar om het woord allemaal en
het woord samen.
Want waar en hoe zit het individu eigenlijk verstopt deze dagen? Waar ben
je? Doe je ogen eens dicht en stel je het volgende eens voor…..uh, doe ze maar
in gedachten dicht anders leest het zo lastig. Je kunt het straks nog een keer
voor de spiegel oefenen, dat is namelijk ook zinloos met je ogen dicht.
Het kan overal. Ogen dicht. Wie ben je? En dan even geen
antwoord als: “Ik ben, Jan, 43 jaar oud, getrouwd, twee kinderen een eigen
huis, auto, werk, leuke hobby’s… bla bla” Nee, wie bén je?
Ben je een vriend of vriendin? Bén je wel vader? Ben je goed
voor jezelf. Eerlijk naar jezelf?
Want dat is namelijk raar (en mooi). Je kunt jezelf iets
afvragen. Dat zou een fantastische dialoog kunnen opleveren. Maar meestal is het
stil. Ssssst, niks vragen. Het antwoord zou me niet bevallen.
Dus vragen we ons niets af. Het leven vraagt al genoeg van
ons. Ik hoef nu geen voorbeeld te geven van een ben vraag, want je weet allang
welke vraag je niet aan jezelf stelt. Je bent bang voor het antwoord en de
consequenties die het zou hebben wanneer je er iets aan zou doen.
Maar dat zijn vaak - zeg maar - aardse consequenties.
Je kunt deze oefening gewoon voor jezelf blijven houden, dat
geeft niks.
Ik ben niet …. wat
als ik het wel zou zijn?
En vul nu niet op de stippellijn het woord “gelukkig” in.
Dat is een veel te groot en niet te bevatten begrip en… je wordt er niet op
afgerekend .
“Ik heb Jan ontslagen omdat hij niet gelukkig is” Onzin.
“Ik heb Jan ontslagen omdat ik niet gelukkig met Jan ben”
Precies, een aardse oplossing voor het
probleem van de baas.
Je kunt dat dus mooi bij jezelf houden. Er iets niets of
niemand buiten jou die je gelukkig kan maken. Een tijdje voor de gek houden,
dat wel. Zelfs jezelf.
Terug naar de oefening. Bijvoorbeeld ik ben niet blij met ……
(de relatie met mijn broer, de pijn in mijn been, mijn onrust, …)
Draai dit eens om en voel de energie die het zou geven wanneer
het wel goed zou zijn. Hé, de pijn in mijn been is weg! Daar word ik blij van! Geef het even tijd, soms zit het wat diep.
Voel die energie. En parkeer dit gevoel. dat kun je namelijk
heel goed. Net zoals je het gevoel van je eerste kus, diploma, succes, gewonnen
wedstrijd enzo, nog heel goed “weet”. Je herinnert je dat gevoel. Energie of
zo. Probeer het maar niet te bevatten. Het is niet nodig. Het werkt.
Wanneer je in deze oefening het gevoel oefent, kun je
daarmee de pijn bestrijden, het verdriet verminderen, rustiger worden. Niet om
poppenkast te spelen maar daardoor ga je beter zien, met je ogen dicht. Je bent niet verdoofd door de pijn, het
verdriet, kwaadheid wellicht en daardoor kun je helder zien.
En dat geeft ruimte en voeding aan beweging die ingezet
wordt.
Waarheen? Ach, als we alles van te voren wisten. Maar vastzitten is
zeker niet goed. Bewegen wel. Ook het bewegen van de geest.
Je moet er wel de tijd voor nemen, voor deze oefening. En
het is eigenlijk geen oefening. Je kunt het al maar je bent het vergeten.
Ogen weer open dan maar en hop…het kerstdiner in!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten