31 december 2012

De effecten van overbevolking



Bij een bepaalde hoeveelheid leefgebied per individu gaat alles prima. Ik ga niet bepalen hoeveel want dat zou te wetenschappelijk worden en je weet dat ik niet vanuit enige wetenschap schrijf ten hoogste uit naïviteit.



Tenslotte is de hoeveel ruimte per individu situatie afhankelijk. Op een feestje accepteer je wat minder:  zo’n beetje net tot aan je eigen cirkel van veilig voelen. Probeer maar eens uit. Ik herinner me een oud vriendje die daar altijd eerst instapte alvorens mij te vertellen wat ik waarover moest vinden. Gek hè? Zijn mening nam ik nooit over, hoe plausibel ook.

Op vakantie accepteren we tijdelijk ook andere grenzen zoals een postzegel op een populaire camping zodat je je bewust wordt van de intieme perikelen van de buren en vise versa. Of in een propvol -dus populair dus goed*- restaurant waar we rug aan rug met een copuleuze madam kunnen zitten alsof het niet uitmaakt dat je het servet er niet meer tussen kunt krijgen.

Op de snelweg weer een andere vorm van overbevolkingperikelen. Wanneer het een beetje druk wordt maakt het sommigen niet uit om op één meter afstand van je achterbumper door te blijven rijden terwijl ik me bijvoorbeeld bijzonder erger aan hen die in de veilige ruimte tussen mij en mijn voorganger een lekker plekje zien om te gaan rijden. Dan borrelt er iets chemisch in de hersenpan op.

Maar wanneer je de broodnodige afstand niet meer kunt nemen is het erger. Tussen vertrekkende fans na een voetbal wedstrijd. In de uitverkoop (de grootste winstpakker van het MKB maar dat leg ik nog wel eens uit). Op de middelste stoel van drie in de wachtkamer van de specialist voor de wat intiemere probleempjes. Tussen twee Tena-ladies fantaseer ik dan.  In je eigen tuin waar je, hoe hoog de heg ook is, altijd het gevoel hebt bekeken te worden. In je eigen familie waar, hoe groot de afstand ook is of wordt, er altijd wel één in je nek hijgt en iets van je wilt. De cyberwereld maakt afstanden irreëel, waardoor eenieder zich aan je op mag dringen waarna je de cirkel noodgedwongen weer moet beperken (openbaar, vrienden van vrienden, alleen vrienden, alleen jij) of betreffende persoon moet blokkeren. Blokkeren? In de cyberwereld dan toch, hij of zij kan zomaar aan de voordeur staan of in de stad of kroeg opduiken.

Overbevolking heeft ook als eigenschap dat de hoeveelheid rommel per vierkante of kubieke eenheid toeneemt. Voor bepaalde zaken zie je dat gewoon en voor andere zaken sluipt het erin.


De zichtbare zaken zijn de weggegooide fris of bierblikjes in het plantsoen die zichtbaar worden wanneer de bladeren vallen bijvoorbeeld  maar de onzichtbaar blijvende zaken zijn de kwaliteit van onze ingeademde lucht. Fijnstof, gassen en dampen afkomstig van bijvoorbeeld lijmen. Een nieuwe auto ruikt toch altijd zo lekker? Nou eigenlijk puur gif dus. Maar wanneer je het niet ruikt is het dan niet gevaarlijk? Ik weet dat niet maar ik weet wel dat bij meer mensen per eenheid er ook meer van dit soort zaken gaan spelen in lucht en water, in hoofd en hart.

Is er een oplossing? Op het eerste gezicht zou je zeggen: ga dan maar in minder bevolkte gebieden wonen. Voor die eenling is dat wel te doen maar die gebieden zijn niet voor niets minder bevolkt. Je moet er ook kunnen leven. Boodschappen doen kan niet virtueel. Ja, het bestellen wel maar de spullen moeten naar je toe. En jij moet naar je werk op een halve dag reizen afstand.

Dus niet zo gemakkelijk die oplossing. Ook de gebieden met wel veel potentie zijn al aan het vol raken dus daarheen verhuizen is uitstel van executie. En wat te denken van de Dubai achtige oplossingen?
Stedenbouwers denken daarbij eerder verticaal dan horizontaal. Verticaal is er , nog bijna, onbeperkt ruimte.


Maar is dat wel op te brengen? Juist in de dichtstbevolkte gebieden neemt de groei -van de toekomstige geld generatoren cq. belastingbetalers- af waardoor investeerders wel twee keer nadenken alvorens in zo’n verticale stad te gaan.
Stevenen we dan op een soort biologische oplossing af? Zoals meelwormen elkaar gaan verorberen wanneer het meel in het bakje op is, verpoppen maar niet weg kunnen vliegen, dus einde oefening?  Wij doen dat ontwikkeld en noemen het defensie. Het eindresultaat is hetzelfde.

Maar nog niet in 2013 hoor.

Je bent een doemdenker. De mens heeft altijd oplossingen gevonden. Toch?

De beste wensen voor nu!

* cynisch

25 december 2012

Oefening baart inzicht



Daar zitten we dan met z’n allen. Het huis versierd, van ’n klein kaarsje tot volledig opgedirkte huizen en straten. We eten allemaal tenminste één keer zo gezamenlijk mogelijk een maaltijd. Uitbundig, arm of rijk. Alleenstaand. Werkeloos. Of volledig middenin het leven met gezin, familie en collega’s. In arme of rijke landen. Allemaal streven we naar dat kerstmoment. Toegegeven, er zullen echt wel uitzonderingen zijn maar minder als gedacht. Veel uitzonderingen zijn gewoon mopperpotten die eigenlijk anders zouden willen.
Goed, met kerstmis allemaal in het gelid dus. Een beetje teveel soms in het gelid van de commercie maar daar ga ik het nu niet over hebben, het is tenslotte kerstmis.

(En wanneer jullie willen betalen voor een goed gevoel moeten jullie dat zelf weten maar elke dag van het jaar ga je dit niveau niet volhouden hè?)

Het gaat dus niet om het gelid maar om het woord allemaal en het woord samen.
Want waar en hoe zit het individu eigenlijk verstopt deze dagen? Waar ben je? Doe je ogen eens dicht en stel je het volgende eens voor…..uh, doe ze maar in gedachten dicht anders leest het zo lastig. Je kunt het straks nog een keer voor de spiegel oefenen, dat is namelijk ook zinloos met je ogen dicht.

Het kan overal. Ogen dicht. Wie ben je? En dan even geen antwoord als: “Ik ben, Jan, 43 jaar oud, getrouwd, twee kinderen een eigen huis, auto, werk, leuke hobby’s… bla bla” Nee, wie bén je?
Ben je een vriend of vriendin? Bén je wel vader? Ben je goed voor jezelf. Eerlijk naar jezelf?
Want dat is namelijk raar (en mooi). Je kunt jezelf iets afvragen. Dat zou een fantastische dialoog kunnen opleveren. Maar meestal is het stil. Ssssst, niks vragen. Het antwoord zou me niet bevallen.
Dus vragen we ons niets af. Het leven vraagt al genoeg van ons. Ik hoef nu geen voorbeeld te geven van een ben vraag, want je weet allang welke vraag je niet aan jezelf stelt. Je bent bang voor het antwoord en de consequenties die het zou hebben wanneer je er iets aan zou doen.
Maar dat zijn vaak - zeg maar - aardse consequenties.

Je kunt deze oefening gewoon voor jezelf blijven houden, dat geeft niks.
Ik ben niet ….  wat als ik het wel zou zijn?
En vul nu niet op de stippellijn het woord “gelukkig” in. Dat is een veel te groot en niet te bevatten begrip en… je wordt er niet op afgerekend .
“Ik heb Jan ontslagen omdat hij niet gelukkig is”  Onzin.
“Ik heb Jan ontslagen omdat ik niet gelukkig met Jan ben”  
Precies, een aardse oplossing voor het probleem van de baas.

Je kunt dat dus mooi bij jezelf houden. Er iets niets of niemand buiten jou die je gelukkig kan maken. Een tijdje voor de gek houden, dat wel. Zelfs jezelf.

Terug naar de oefening. Bijvoorbeeld ik ben niet blij met …… (de relatie met mijn broer, de pijn in mijn been, mijn onrust, …)
Draai dit eens om en voel de energie die het zou geven wanneer het wel goed zou zijn. Hé, de pijn in mijn been is weg! Daar word ik blij van! Geef het even tijd, soms zit het wat diep.
Voel die energie. En parkeer dit gevoel. dat kun je namelijk heel goed. Net zoals je het gevoel van je eerste kus, diploma, succes, gewonnen wedstrijd enzo, nog heel goed “weet”. Je herinnert je dat gevoel. Energie of zo. Probeer het maar niet te bevatten. Het is niet nodig. Het werkt.
Wanneer je in deze oefening het gevoel oefent, kun je daarmee de pijn bestrijden, het verdriet verminderen, rustiger worden. Niet om poppenkast te spelen maar daardoor ga je beter zien, met je ogen dicht. Je bent niet verdoofd door de pijn, het verdriet, kwaadheid wellicht en daardoor kun je helder zien.
En dat geeft ruimte en voeding aan beweging die ingezet wordt. 
Waarheen? Ach, als we alles van te voren wisten. Maar vastzitten is zeker niet goed. Bewegen wel. Ook het bewegen van de geest.
Je moet er wel de tijd voor nemen, voor deze oefening. En het is eigenlijk geen oefening. Je kunt het al maar je bent het vergeten.

Ogen weer open dan maar en hop…het kerstdiner in!

06 december 2012

Vulpen

Met een vulpen schrijf ik het liefst. Maar daarmee is het schrijfsel nog niet digitaal. Dus moet ik weer overtypen wat minder creatief is. Ach, het is toch 20% creativiteit en 80% arbeid, (Of inspiratie/transpiratie) dus het werk moet worden gedaan.

Daarom is het digitaal tekenen een leuke tussen vorm. Het resultaat kan direct gepubliceerd worden.


Schrijven met een Parken Pen blijft het leukst, trouwens.

05 december 2012

My Moleskine


I love writing in those lovely high quality booklets and books, but made this sketch not on paper but on my HTC Flyer Tablet (yes, that old one) using Autodesk Sketch Pro for Tablets.

Now it's easy to illustrate articles.

See you later!