07 juli 2008

Water

bron

Watervoetafdruk geeft verbruik aan

Begin jaren negentig werd de term ‘ecologische voetafdruk’ bedacht: de hoeveelheid beschikbare natuurlijke bronnen die we gebruiken door te consumeren. Bijvoorbeeld door de eten, kleding te kopen en te tanken. Nu is er ook de term ‘watervoetafdruk’, uitgevonden door hoogleraar Arjen Hoekstra van de Universiteit Twente.

Zes kuub per dag
“Waterschaarste blijft vaak een ver-van-mijn-bedshow”, aldus Hoekstra in de National Geographic van juni. “Het feit dat er in sommige gebieden grote waterschaarste heerst, is bekend, maar wordt gezien als een probleem van de landen die eronder te lijden hebben, niet als een probleem waaraan ook consumenten in andere landen debet zijn. De watervoetafdruk van de Nederlandse consument bedraagt circa zes kubieke meter per dag. Slechts 2% is huishoudelijk watergebruik; de rest gaat op aan de productie van voedsel en goederen die de gemiddelde Nederlander consumeert. Voor 80% vindt die productie buiten ons land plaats.”

Katoenen hemd
Hoekstra legt dit in National Geographic uit aan de hand van een voorbeeld. “Neem de verdroging van het Aralmeer in Centraal-Azië. De ecologische ramp daar is het gevolg van een besluit in Sovjettijden om rond het meer katoenproductie te vestigen. Het Westen heeft die goedkope katoen allemaal geconsumeerd. Het is een systeem dat wij tolereren en zelfs mede in stand houden. Het zou zomaar kunnen dat het katoenen hemd dat jij nu draagt uit Oezbekistan afkomstig is.”

Virtueel water
Het aantal liters water dat nodig is voor een product, is de hoeveelheid ‘virtueel water’ in dat product. Een katoenen hemd kost bijvoorbeeld 2700 liter water: dat is 25 keer in bad gaan. Ook de productie van vlees kost erg veel water. Nederland importeert een hoeveelheid ‘virtueel water’ die gelijk is aan 40% van de jaarlijkse Rijnafvoer. Ons land neemt hiermee de derde plaats in op de wereldranglijst van gebruikers van virtueel water.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten